top of page

Ontspoorde energie: een falen van de markt, van de politiek, of van beide?


© Getty Images


De hyperinflatie door de oorlog in Oekraïne doet iedereen beseffen dat ook wij in een oorlogstoestand en in een oorlogseconomie verkeren. Daarin worden de wetten van de economische zwaartekracht opgeheven en is de staat almachtig. Voor de vierde keer in een dik decennium moet de Europese Unie ons daarom behoeden voor een opbod van destructief nationalisme binnen Europa: eerst in de bankencrisis en de eurocrisis, dan met de vluchtelingencrisis, vervolgens met de pandemie en nu in de energieoorlog met Rusland.


Omdat niet alleen het overleven van gezinnen en bedrijven op het spel staat maar ook dat van de politieke klasse en in sommige landen zelfs van de democratie zelf, mogen we rekenen op Europese durf. Die moet het gewicht van de Europa als economische grootmacht mobiliseren om de marktprijs van energiebronnen eenzijdig te drukken en tegelijkertijd een feitelijke confiscatie van wettelijke winsten bij energiebedrijven faciliteren voor herverdeling volgens nationale noden.


Het is bon ton om daarbij de Europese energiemarkt af te voeren als doorgeslagen in totale irrationaliteit. Dat legitimeert bij voorbaat elke politieke interventie als moreel noodzakelijk. Natuurlijk spelen crisissentiment en angst, natuurlijk zijn er brokers of handelaren die dat manipuleren. Natuurlijk is afweging van vraag- en aanbodnoden aartsmoeilijk in een context van escalerende oorlog, geopolitieke verschuivingen in bevoorradingsketens, klimaatverandering en energietransitie richting aardgas in heel de wereld. Precies die grote onzekerheid drijft de grote volatiliteit. Dat maakt de markten niet doldwaas: het maakt ze eerder rationeel irrationeel.


De Europese energiemarkt lijdt niet zozeer aan markt-falen maar aan het falen van elke basisvoorwaarde voor zijn functioneren. Kalmte keert terug wanneer politieke stabiliteit terugkeert, quod non. Voor het overige functioneert de markt precies zoals hij door de politiek is ontworpen. De spotprijs die nodig is om bijkomende capaciteit in het systeem te garanderen bij een piekvraag determineert de marktprijs en zo de zekerheid van bevoorrading. Dat is het abc van economie. Maar in de oorlogssituatie geeft dat abc resultaten die maatschappelijk en economisch ondraaglijk zijn.


Die realiteit is ook te wijten aan de politieke keuzes die Europese landen en de Europese Unie hebben genomen, België inbegrepen. Het is Europa dat, in het kielzog van de ramp in Fukushima en gedreven door eco-fundamentalisme, kernenergie had weggezet als behorend op de vuilnisbelt van menselijke hybris. Het is Europa dat, toen de schaliegasrevolutie haar opmars maakte in de Verenigde Staten, uit groene ideologie Europees schaliegas des duivels vond. Het is Europa, met Duitsland voorop, verkoos de lessen uit de jaren 1970 te vergeten en het lot van zijn industriële economie te verbinden aan goedkope energie uit Rusland. Hadden we meer rationaliteit en minder irrationaliteit gehad in de energiestrategie dan dansten onze energieprijzen niet naar de pijpen van Russisch gas.


Gedane zaken mogen herinnerd worden nu we in volle oorlog en klimaatverandering streven naar Europese energiesoevereiniteit. Op korte termijn betekent de gascrisis een gigantische koolstoftaks die alles en iedereen tot besparing en vergroening aanzet. Als we de middelen, mensen, materialen en grondstoffen kunnen vinden en betalen, komt een groene horizon sneller dichterbij, maar veel duurder dan verhoopt. Er zal altijd surplus-capaciteit nodig zijn voor een goede marktwerking. Voor al deze energiebronnen geldt één devies: laat het Europese bronnen zijn. Stop het politiek falen dat energiemiljarden gunt aan buitenlandse regimes en schurkenstaten. Voor België geldt hetzelfde, met de kernenergie, ten aanzien van Frankrijk.


Column Trends 08.09.2022

Terug
bottom of page