De Europese Unie is overladen met de belangrijkste beleidsopdrachten van onze tijd maar staat nog altijd voor amper een dik procentpunt van het Europese BBP, in verhouding een vijftigste van wat de Belgische staat kost aan de Belgische economie.
Pandemiebestrijding, relance, energietransitie, defensie en veiligheid, migratiebeleid, handelssancties, economische veiligheid, verankering en autonomie in kritieke sectoren, strategische internationale investeringen, oorlogssteun en humanitaire hulp voor Oekraïne: de kar van de Europese Unie is overladen met grote urgenties. De Europese Unie is het feitelijke centrum van grootmacht-politiek in Europa geworden. Maar haar middelen en capaciteit zijn nauwelijks gevolgd. De Europese Unie staat nog altijd voor amper een dik procentpunt van het Europese BBP, in verhouding een vijftigste van wat de Belgische staat kost aan de Belgische economie.
Tussen de opdracht van de Europese Unie en haar financiering groeit een spagaat. De EU is een oefening ‘schaarste schept creativiteit’ die steeds meer politieke energie vergt, tegen een achtergrond van onderfinanciering uit de nationale middelen van de diverse lidstaten. De Europese bureaucratie is een meester in het herschikken van budgetposten, de lidstaten vinden occasioneel eenmalige middelen, handel in emissierechten en heffingen op plastic afval genereren extra EU-inkomsten, maar het is te weinig en te traag om competitief te zijn met die andere grootmachten op de planeet.
De Europese Unie moet met China en de VS concurreren in grootschalige industriepolitiek in cruciale economische en technologische sectoren, maar het kan daarvoor slechts een fractie van de investeringsbudgetten mobiliseren. Dat geeft versnippering en bureaucratie in Brussel, terwijl het vooral de lidstaten zijn die elkaar onderling met subsidiewedlopen bekampen. Europa ijvert met China om invloed in het buitenland via strategische investeringen maar China heeft daaraan al meer dan duizend miljard dollar besteed nog voor de EU een eerste euro kan neerleggen. Europa moet zijn buitengrenzen bewaken maar mist middelen, manschappen en uitrusting. Rest de goedkopere oplossing van onderaanneming door Turkije, Tunesië en Egypte.
Op het slagveld in Oekraïne bereikt de spanning tussen de Europese missie en de Europese slagkracht haar breekpunt. In vergelijking met de Europese Unie is Rusland een relatief arm land met een economie die amper een achtste zo groot is. En toch klopt Rusland vooralsnog Europa in het mobiliseren van geld en wapens. Ofwel kan ook Europa mobiliseren en daarmee ook de basis leggen van een toekomstige Europese defensiecapaciteit. Ofwel is het elke lidstaat op zijn manier, deels voor zich en vooral niet genoeg, terwijl de Amerikaanse wapenindustrie scoort. Ofwel vernedert Rusland Europa en komt de oorlog tot binnen de Unie. En wie de grootste oorlogsinspanning deed voor Oekraïne zal nadien ook de wederopbouw doen: een gigantische investeringsopportuniteit die hopelijk niet voor de Amerikaanse multinationals zal zijn.
In mijn recent boek Grootmacht Europa verdedig ik een Europese inkomstenbelasting als basisfinanciering voor de Europese Unie. Dat geeft niet alleen budgetruimte, maar ook en vooral een rechtstreekse lijn tussen de democratie en de Unie. Veel beter dan onzichtbare landendotaties en ondoorzichtige heffingen is een belastingbrief met in detail hoe en wat de Unie doet met onze persoonlijke bijdrage. En voor Oekraïne wil ik alvast meer bijdragen. Als het niet via een transparante belasting is, dan maar via een oorlogsobligatie waarop alle Europeanen kunnen intekenen. Als ook dat faalt, rest ons nog het precedent van het relancefonds na de pandemie, in de vorm van een oorlogsfonds van gepoolde Europese schulden.
Tegenover Europese financiering staat de vrees voor federalisering. Tegenover Europese schulden staat de vrees voor budgettaire laksheid. Maar we moeten iets doen. Anders wacht ons de nederlaag en een generatielang nieuwe oorlogsdreiging.
Verschenen als column in Trends van 28 maart 2024