Cela devrait être la décennie où l'économie chinoise deviendrait plus grande que celle des États-Unis. Il semble que ce soit la décennie dans laquelle la Chine s'enlise. L'ancien modèle de croissance chinois manque d’oxygène. De plus, la politique chinoise sous le président Xi empêche le développement d'un nouveau modèle de croissance.
China is een referentie. Geen enkel land is er ooit in geslaagd op zo een korte tijd zoveel mensen zoveel rijker te maken. Op veertig jaar tijd is een verpauperde reus getransformeerd in een krachtige wereldmacht. De tweede grootste economie en het tweede grootste defensiebudget ter wereld, met een middenklasse van meer dan 700 miljoen Chinezen. Een wereldleider in moderne technologie, de grootste handelspartner voor meer dan 120 landen, het middelpunt van het grootse Aziatische reveil.
Dit moest de eeuw van China worden, zelfs het decennium waarin de Chinese economie in omvang die van de Verenigde Staten zou voorbijsteken. Maar plots zit er sleet op de Chinese groeimachine: deflatie, massale jeugdwerkloosheid, muntontwaarding, teruglopende export, een dreigende schuldencrisis op de vastgoedmarkt, allemaal vertaald in koppig lage groeicijfers. China beleeft zijn versie van de gekende middeninkomensval: de proefondervindelijke vaststelling dat het moeilijk is, eens armoede is ingeruild voor gemiddelde rijkdom, om verder door te stomen naar een ontwikkelde economie met hoge inkomens.
China zit in de val omdat het de grenzen van zijn groeimodel heeft bereikt. Zowat veertig procent van de Chinese economie bestaat nog altijd uit de kapitaalsuitgaven – onroerend goed, openbare werken, bedrijfsinfrastructuur – die kenmerkend zijn voor wederopbouw uit armoede. Niet alleen is die groei voorbij, er is intussen al danig veel overcapaciteit die als een molensteen om de nek hangt van ontwikkelaars en lokale overheden. De totale schuldgraad in China bedraagt bijna 300% van de hele economie, ongezond hoog voor een middeninkomensland, het bewijs van een groeimodel dat zichzelf is voorbijgelopen.
Naast de interne wederopbouw was externe export de tweede motor van de Chinese remonte. De combinatie van goedkope arbeid, efficiënte overheden en gigantische schaal, versterkt met het ongegeneerd stelen en kopiëren van westerse knowhow, maakte China tot de ‘fabriek van de wereld’. Niet meer. China was een godenkind van de globalisering die op haar retour is. Investeren en produceren in China is nu een geopolitiek risico dat vele landen en bedrijven willen afbouwen. Goedkoop is het land ook al niet meer.
Het einde van de globalisering is nog geen klein beetje te wijten aan de politieke koers die China zelf vaart onder president Xi. Wie van de daken schreeuwt dat het Chinese maatschappijmodel superieur is, wie oreert dat het westen tot verval is gedoemd, wie Chinese staatsbedrijven kweekt om industriële en technologische sectoren mondiaal te domineren, wie handelspartners chanteert zodra ze kritiek hebben op het Chinese regime, die moet niet verbaasd zijn dat westerse landen dat liever niet zelf financieren. Integendeel, die mag verwachten wat Amerika en Europa in toenemende mate doen: ontkoppelen van China, elders investeren, produceren of kopen.
Het geheim van het Chinese groeimirakel was een slimme scheiding van politiek en economie. Communisme in de planning stoelde op bamboekapitalisme in de uitvoering: de mix van ondernemen, hard werken en slimme commercie die precommunistisch China door de eeuwen heen heeft gekenmerkt. Daartegen heeft Xi juist de strijd ontketend: eerst tegen corruptie of opzichtige rijkdom – het onderscheid is vaak politieke willekeur – dan tegen supersterbedrijven ten voordele van staatsbedrijven, dan tegen iedereen tijdens de brutale pandemieperiode.
Hoe kan China schuldverslaving verbieden, markten onderdrukken, ongelijkheid bestrijden, bedrijven muilkorven en toch blijven rekenen op de ondernemers, de consumenten en de markten om risico te nemen, te investeren en te innoveren? Het Chinese politieke model staat de Chinese economische groei in de weg. Dat is het Chinese dilemma.
Verschenen als column in Trends 24.08.2023