top of page

Long live the Senate!

De complete afgang van de Belgische Senaat staat symbool voor de afgang van de parlementaire democratie in België, helaas.

De Senaat is stervend. Sinds 2014 fungeert hij niet meer als een tweede kamer voor wetgeving maar als een federale ontmoetingsplek voor deelstaatsenatoren – allemaal parlementsleden uit de regio’s – en gecoöpteerde senatoren. Hij houdt slechts tien zittingen per jaar. Voor een jaarbudget van 40 miljoen euro, dat tegen 2024 met 15 miljoen moet dalen. Zolang ik mij kan herinneren, bepleit een of andere partij de volledige afschaffing van de Senaat, nu weer de N-VA.


Democratie staat voor de macht van het volk. Die kan ontsporen in de macht van de straat, in populistische facties of in de dictatuur van de meerderheid. Democratie kan ontaarden en zelfmoord plegen. Daarom kent de parlementaire democratie historisch vaak een tweekamerstelsel waarbij een senaat werkt als handrem op een kamer van volksvertegenwoordigers. In federale landen biedt een senaat ook de mogelijkheid om de deelstaten gelijker te laten wegen op federaal beleid, zodat de grote lidstaten de kleine niet wegdrummen door de macht van hun getal.


Federale landen als Duitsland en de Verenigde Staten, unitaire staten als Frankrijk, Italië en Nederland, het Verenigd Koninkrijk met de House of Lords, kennen allemaal variaties van een tweekamerstelsel. Daar zit ook de nodige sleet en ruis op. Maar de complete afgang van de Belgische Senaat staat symbool voor de afgang van de parlementaire democratie in België. Het Belgische parlement wordt niet gedomineerd door een horde vertegenwoordigers van de vox populi. De particratie heerst. Volksvertegenwoordigers zijn meer afhankelijk van de partijtop dan van hun kiezers. Er is geen Senaat nodig om hun passies te beheersen: ze volgen de partijdiscipline.


Particratie vervaagt ook het onderscheid tussen de wetgevende en de uitvoerende macht, nochtans een essentieel mechanisme van democratie. Via de meerderheidspartijen domineert de uitvoerende macht de wetgevende macht, in plaats van omgekeerd. Het zwaartepunt van onze democratie ligt niet bij de verkozenen des volks, maar bij een schare partijbonzen die overigens gegarandeerd verkozen geraken. Een volwaardige federale staat is België al evenmin. Een senaat als volwassen statenkamer die mee over het federale beleid beslist, is hier communautair ondenkbaar. Dat zou het democratische systeem kraken in plaats van maken.


De Belgische Senaat is niet intrinsiek nutteloos. Hij is alleen nutteloos omdat we geen gezonde federale parlementaire democratie kennen. Hadden we die wel, dan zouden de volksvertegenwoordigers het ritme van de politiek bepalen. Dan zou de spanningsboog tussen parlement en regering iedereen scherp houden. Dan zou verantwoording, de combinatie van kiezersvertegenwoordiging en algemeen belang, de politieke cultuur vormen. Dan vond de burger democratische voeling en betrokkenheid via zijn vertegenwoordiger. Dan was een senaat nuttig en wenselijk als kamer van expertise, reflectie en federale cohesie.


Met de Senaat begraven we het oorspronkelijke ideaal van de Belgische grondwettelijke parlementaire democratie. Wij verwateren en ondermijnen onze parlementaire democratie liever met communautaire complexiteit, ministeriële kabinetten, top-down partijfinanciering, gebetonneerde overlegstructuren en platformen voor burgerparticipatie. Zo kan een institutioneel imbroglio als Brussel zich internationaal als een referentie voor democratische inclusie profileren terwijl het wegzinkt in verkwisting en wanbeleid.


Ik zou graag leven in een land met een bruisende parlementaire democratie, waar parlementsleden niet voor de bühne maar voor leiding en verantwoordelijkheid leven, waar ze samen de ruggengraat van het systeem vormen. Dan was het lange leve de Senaat! Maar dat land is niet België. Hier is de Senaat effectief overbodig.


Verschenen in Trends van 20.10.2022

Terug
bottom of page